5. De muziek zelf


Van de (veronderstelde) uitgave van de 'Leeuw' in 1845 kennen wij uiteraard geen exemplaren, maar ook van de (bewezen) uitgave in 1848 zijn er geen bewaard. Er is zelfs, algemener, geen enkele druk bekend waarin de ondertitel Nationaal gezang voorkomt. De oorspronkelijke partituur van het lied moet dus gereconstrueerd worden, en daarvoor is de orkestversie van 1848 helaas onbruikbaar.

De ongedateerde autograaf.

Wij beginnen met het dateren van de ongedateerde autograaf van Miry die het Gentse Conservatorium bewaart.1 De titel en de beginmaten zien er zo uit
en wij lezen
De Vlaamsche Leeuw
woorden door H. van Peene
Muziek door K. Miry.

Nationaal gezang.
voor Drie stemmen zonder begeleiding.

De hele autograaf staat vol verbeteringen en doorhalingen, die getuigen van het creatief proces van de componist. Links bovenaan staat een blokje tekst van drie regels helemaal bedekt met doorstrepingen.



Als men het aandachtig bekijkt kan men de onderste van de doorgehaalde regels reconstrueren:
De regel erboven is waarschijnlijk Jongens. Aanvankelijk had Miry, die ook les gaf in middelbare scholen, deze compositie blijkbaar opgezet voor een jongenskoor, en wel om dienst te doen in het schooljaar 1870-1871. We kunnen het handschrift bijgevolg dateren rond 1870. Dit heeft enig belang, want dit koorwerk wijkt af van andere versies van de 'Leeuw', met name doordat de karakteristieke ritmische figuur met zestiende noten vervangen is door een minder gepunt ritme. We hebben dus te doen niet met een vroege, maar met een late versie, die ook enige didaktische bedoelingen gehad kan hebben. De spelling Vlaamsch en Nationaal, waar Miry in 1848 Vlaemsch en Nationael schreef, bevestigt het late karakter.
(Relatief) oude drukken.

De Koninklijke Bibliotheek in Brussel bewaart een uitgave van de 'Leeuw' die het oudste overlevend exemplaar lijkt te zijn.2 Het is extra merkwaardig doordat Miry op het titelblad aanwijzingen aangebracht heeft, blijkbaar met een nieuwe uitgave in gedachten.


Het lijdt geen twijfel dat het geschrift inderdaad van Miry is. Met name is 'Nationaal gezang' in potlood nagenoeg identiek geschreven als op de autograaf (zie hierboven) van rond 1870, en de spelling Nationaal en Vlaamsch bevestigt het late karakter van zowel de druk als het potloodgeschrift. De druk is in elk elk geval niet die van maart 1848. Wij weten dat daarop stond
De Vlaemsche Leeuw, nationael gezang, door H. Van Peene, met de muziek, door Karel Miry. — Gent, by Gevaert, steendrukker en muziekuitgever, en by alle muziekverkoopers des Ryks. — Prys 50 centimen.
en daar vinden we hier niets van terug, zelfs niet de spelling Vlaemsch. (Merkwaardig genoeg is dat wel, op de prijs en de spelling na, het titelblad volgens de potloodaantekeningen.) Ook de gedrukte vermelding
Amsterdam bij T.J. Roothaan en Cie
levert een ondergrens voor de datum op. Die firma was de opvolger van Eck & Lefèbvre en de overname gebeurde in 1850.3 De samenwerking Gevaert-Roothaan wordt zelfs veel later dan dat gesitueerd, met 1864 als oudste vermelding.4
De eigenlijke muziek in deze druk, na het titelblad, beslaat drie bladzijden. Opmerkelijk is, dat we hier een oudere spelling aantreffen dan op het titelblad: in de titel, bijvoorbeeld, staan Vlaemsch en muzyk i.p.v. Vlaamsch en muzijk. Het is verleidelijk, te denken dat de partituur ouder is dan het titelblad, en onveranderd overgenomen is van een oudere druk (1848? 1845?). Muziekuitgevers veranderen gemakkelijk het titelblad, maar sleutelen niet graag aan de eigenlijke partituur.

In het exemplaar van de Antwerpse Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience5 vinden we de partituur van de Koninklijke Bibliotheek identiek terug met een ander titelblad, waarop nu als titel staat: De Vlaamsche Leeuw! (met uitroepteken). Uitgever Gevaert vermeldt naast Gent ook zijn filiaal in Luik, waardoor we deze druk later kunnen plaatsen dan de vorige; het ontstaan van het Luikse bijhuis situeert men in 1864.6 Het uitroepteken wordt vanaf nu een vast onderdeel van het titelblad, met name in de uitgaven van Cranz in Brussel, waarvan vele exemplaren bewaard zijn, b.v. in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel en in het Conservatorium van Antwerpen. Cranz heeft aanvankelijk de tekst en de achterhaalde spelling behouden, maar heeft wel de eigenlijke partituur opnieuw gezet, fouten verbeterend en er nieuwe invoerend.7

De versie voor solist en vierstemmig mannenkoor.

Het titelblad mag dan al veranderen van uitgave tot uitgave, voor de eigenlijke partituur is dat niet het geval, op enkele verbeterde of ingevoerde fouten na. De strofen worden gezongen door een solist, en het refrein door een vierstemmig mannenkoor bestaande uit twee tenoren en twee bassen, alles met pianobegeleiding. In één maat wordt aan de bovenste stem een hogere variant toegevoegd. Dit alles is in overeenstemming met de omschrijving van de uitgave van maart 1848: het muzyk is voor 't klavier gecomponeerd en het referein voor vier of meer stemmen. De fouten in de partituur bleken zeer stabiel, en eerst in de vierde editie van het Nederlandsch Liederboek van het Willemsfonds, in 1928, treffen we een nagenoeg vlekkeloze uitgave aan, van de hand (letterlijk) van Florimond van Duyse.8

Het eenstemmig lied.

De eerste attestatie van het lied komt voor in Snellaerts Oude en nieuwe liedjes uit 1852.9 De druk is slordig, maar verbeteringen en aanvullingen kunnen overgenomen worden uit de tweede uitgave, uit 1864,10 hoewel dit een versie met pianobegeleiding en meerstemmig koor is. Op die manier bijgewerkt is dit dan de oudst bekende versie van De Vlaamse Leeuw als eenstemmig lied:

Als men uit de koorversie van Van Duyse uit 1928 de piano weglaat en het koor beperkt tot de bovenste stem (niet de extra hoge variant die in één maat gegeven wordt), dan houdt men ongeveer hetzelfde over.




1 Hier (ook hier).
2 Mus. 1636 B 161, hier (ook hier) in te kijken.
3 Robert Eitner, Buch- und Musikalien-Händler, Buch- und Musikaliendrucker nebst Notenstecher, Beilage zu den Monatsheften für Musikgeschichte, Leipzig, Breitkopf & Haertel, 1904. Hier (ook hier) de relevante bladzijden.
4 Sandrine Thieffry, François-Auguste Gevaert et les éditeurs de musique. In: Revue belge de Musicologie - Belgisch tijdschrift voor Muziekwetenschap, vol. 64 (2010), blz. 161. Hier (ook hier) in te kijken.
5 561764: 1,27, hier (ook hier) in te kijken.
6 Gevaert et les éditeurs, blz. 252.
7 Hier (ook hier) is een zeer laat exemplaar van de Koninklijke Bibliotheek in te kijken, met vele verbeteringen in inkt aangebracht.
8 Hier (ook hier).
9 Hier (ook hier).
10 Hier (ook hier).